Overgang

Overgang

De overgang. Er zijn maar weinig onderwerpen die zoveel controverse bij vrouwen (maar zeker ook onder artsen) oproepen als de overgang. Voor de één een zegen: Niet meer ongesteld, geen moodswings meer. Heerlijk! Voor de ander een hel: Opvliegers, nachtzweten, slecht slapen, pijn bij het vrijen en je gedeprimeerd voelen. Als je tot de eerste groep vrouwen hoort: Gefeliciteerd met je 'nieuwe' leven! Om ook in de toekomst gezond te blijven, kun je op deze site binnenkort leefstijladviezen verwachten om dit zo te houden. Want de overgang doet veel met je lichaam en geest. Hoor je tot de tweede groep vrouwen die een beetje, veel of zelfs heel veel last heeft van overgangsklachten, lees dan verder. Er zijn tegenwoordig veel mogelijkheden om te zorgen dat je je beter gaat voelen. Waar in de tekst "oestrogenen" of "oestradiol" staat, mag je ook "estrogenen" of "estradiol" lezen.

Overgang, menopauze, postmenopauze, perimenopauze zijn termen die vaak door elkaar worden gebruikt. Daarom hier de definities:

Overgang: De periode waarin het menstruatiepatroon begint te veranderen, inclusief de eerste menstruatievrije jaren, en waarin vrouwen klachten / symptomen kunnen ervaren, veroorzaakt door een afname van de functie van de eierstokken.

Menopauze: De laatste menstruatie in het leven van een vrouw (je weet pas dat het je laatste menstruatie was als je daarna een jaar lang niet ongesteld bent geworden). De International Menopause Society (IMS) en de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) gebruiken ook wel de term 'natural menopause' (natuurlijke menopauze) om aan te geven dat het menstrueren is gestopt door een natuurlijke daling van de oestrogeen- en progesteron-produktie en niet door ziekte, medicatie of operatie.

Premenopauze: De periode voorafgaande aan de menopauze, waarin de menstruatie-cyclus nog regelmatig is.

Perimenopauze: De periode voor de menopauze, waarin veranderingen in de menstruaties optreden, tot een jaar na de laatste menstruatie.

Postmenopauze: De periode vanaf een jaar na de laatste menstruatie.

 

Wat gebeurt er tijdens de overgang?

In de overgang daalt de produktie van de geslachtshormonen (oestrogenen en progesteron) in het lichaam van de vrouw. De hoeveelheid progesteron daalt meestal geleidelijk, terwijl de afname van het belangrijkste oestrogeen, 17-beta-oestradiol (meestal gewoon oestradiol genoemd), vaak veel grilliger verloopt. Klachten tijdens de overgang zijn dan ook niet alleen het gevolg van de daling van deze hormoonniveaus maar ook van verandering in de verhoudingen tussen deze hormonen.
De lijst met overgangs-klachten en -symptomen is lang. Typische overgangsklachten zijn: opvliegers, (nacht-) zweten, onregelmatig en / of overmatig bloedverlies bij de menstruatie en vaginale droogheid. De belangrijkste atypische overgangsklachten (klachten die met de overgang te maken kunnen hebben, maar ook andere oorzaken kunnen hebben) zijn: Slaapproblemen, spier- en gewrichtsklachten, gewichtstoename, afname van spiermassa, stemmingswisselingen, hartkloppingen, hoofdpijn, afname van dikte en elasticiteit van de huid, toenemende haaruitval, pijnlijke gezwollen borsten, depressieve klachten, angstklachten, afname van het libido, afname van geestelijke scherpte en het concentratievermogen en een slechter korte-termijn geheugen.

Ongeveer 80 % procent van de vrouwen ervaart symptomen van de overgang, de andere 20 % heeft geen klachten. Van die 80 % heeft 1/5 deel ernstige klachten. Er zijn in Nederland ongeveer 1,5 miljoen vrouwen in de overgang, dus het gaat hier om een enorme groep vrouwen. Bovendien zijn overgangsgerelateerde klachten verantwoordelijk voor ruim 30 % van het arbeidsverzuim van vrouwen tussen de 45 en 60 jaar.

 

Geschiedenis

Er zijn verschillende behandelingen tegen overgangsklachten, hormonale en niet-hormonale. Niet-hormonale behandeling van opvliegers kan bijvoorbeeld met antidepressiva (o.a. venlafaxine, paroxetine, fluoxetine, citalopram) en clonidine, een middel dat vroeger tegen hoge bloeddruk werd voorgeschreven. Veruit de effectiefste therapie is echter hormoonsubstitutie therapie (HST, in het engels: Hormone replacement therapy, HRT), tegenwoordig ook wel hormoonvervangende therapie (HVT) genoemd. Dit komt neer op het slikken, plakken of smeren van vrouwelijke hormonen om het hormoontekort, dat ontstaat door de uitgeputte eierstokken, aan te vullen. Deze hormonale behandeling bestaat al heel lang. In 2002 kwam hieraan abrupt een einde toen een groot Amerikaanse onderzoek naar de effecten van behandeling met vrouwelijke hormonen op de gezondheid van vrouwen voortijdig werd afgebroken. De reden hiervoor was dat er in de 'hormoontherapie-groep' meer borstkanker, meer hart- en vaatziekten, meer beroertes en vaker thrombose werd gevonden dan in de placebo-groep. Het was dan ook heel logisch dat er grote bezorgdheid ontstond bij gebruiksters van deze hormonen en hun behandelend artsen. Gevolg was dat het gebruik van HST in de maanden en jaren erna sterk daalde. In dit onderzoek werd een combinatie gebruikt van geconjugeerde equine (dat wil zeggen: uit de urine van drachtige merries van afkomstige) oestrogenen en een progestageen, medroxyprogesteron-acetaat (MPA). Beide componenten komen van nature niet in het lichaam van de vrouw voor.

Nu, ruim 15 jaar later, is de mening over HST binnen een aanzienlijk deel van de medische wereld behoorlijk veranderd door de resultaten van nieuw onderzoek. Hieruit blijkt dat niet alle vormen van HST over één kam geschoren mogen worden. Ook zijn de data uit het al eerder genoemde 'Women's Health Initiative (WHI) Estrogen plus Progestin-trial' opnieuw ganalyseerd. De oorspronkelijke onderzoekers hebben hun voorbarige conclusies in 2017 zelfs herroepen via een publicatie in het Journal of de American Medical Association (JAMA), een toonaangevend medisch tijdschrift. Helaas heeft dit nieuws maar weinig publiciteit gekregen.

 

Behandeling

Er zijn verschillende behandelingen met hormonen mogelijk. Er zijn verschillen in de hormonen, in de gebruikte combinaties, toedieningswegen en gebruiksschema's.
Als artsen hormonen tegen overgangsklachten voorschrijven, bevatten deze meestal een combinatie van een oestrogeen en een progestageen.
De groep stoffen met een oestrogene werking noemen we oestrogenen. Deze groep bevat de lichaamseigen oestrogenen: oestron, oestradiol en estriol, maar ook niet-lichaamseigen oestrogenen als ethinylestradiol, mestranol en quinestrol. Progestagenen (in het engels: progestins) zijn de stoffen met een op progesteron lijkende werking. Het lichaamseigen progestageen is progesteron, de bekendste niet-lichaamseigen progestagenen zijn: dydrogesteron, lynestrenol, medroxyprogesteron(-acetaat, kortweg MPA), megrestol, norethisteron. Het niet-lichaamseigen tibolon heeft naast een progestagene werking maar ook nog oestrogene en androgene effecten en is daarom een buitenbeentje onder de progestagenen.

Hormoonsubstitutie therapie is niet geschikt voor alle vrouwen met overgangsklachten. Er zijn namelijk verschillende aandoeningen waarbij het voorschrijven van hormoonvervanginstherapie schadelijk of zelfs gevaarlijk kan zijn. De belangrijkste? Borstkanker, borstkanker in de voorgeschiedenis, andere kwaadaardige gezwellen met oestrogeen- en / of progestageen-gevoeligheid, een doorgemaakte thrombose of een embolie en sommige lever-ziekten. Ook een hoge kans op hart- en vaatziekten en abnormaal vaginaal bloedverlies zijn redenen om niet met deze behandeling te beginnen. Een aantal van deze contra-indicaties is harder dan andere. Als bijvoorbeeld uit onderzoek blijkt dat de oorzaak van abnormale vaginaal bloedverlies onschuldig is, kan een vrouw wel met HST starten.

Laten we er voor het gemak van uitgaan dat je overgangsklachten ernstig zijn en er geen harde redenen zijn om af te zien van HST. Hoe bepaal je dan je keuze (uiteraard in overleg met je behandelend arts)?

 

Vraag 1. Heb je je baarmoeder nog?

Ja.

Heb je je baarmoeder nog wel, dan moet je een combinatie van een oestrogeen en een progestageen gebruiken. Het progestageen dient ter bescherming van de baarmoeder. Zonder voldoende progestageen erbij zou zich na verloop van tijd baarmoederslijmvlieskanker kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk dat je hiervoor een oraal of vaginaal progestageen gebruikt. Progesteron-cremes die door de huid opgenomen worden, kunnen soms als mono-therapie helpen bij bepaalde overgangsklachten. Helaas zijn ze niet sterk genoeg om samen met oestrogenen gebruikt te kunnen worden. Het remmend effect van deze cremes op de aangroei van baarmoederslijmvlies is hiervoor namelijk onvoldoende. Lees verder bij vraag 2.

Nee.

Als je geen baarmoeder meer hebt, is behandeling met alleen een oestrogeen voldoende (oestrogeen substitutie therapie (EST), of estrogen replacement therapy, (ERT) genoemd). Dit kan lichaamseigen oestradiol zijn, maar ook een ander oestrogeen. Ook zijn er verschillende toedieningswegen. Er zijn oestrogenen voor oraal (via de mond), vaginaal (via de vagina) en transdermaal (door de huid heen) gebruik, hierover later meer. Toch geven veel vrouwen zonder baarmoeder er de voorkeur aan om naast een oestrogeen ook progesteron te gebruiken omdat ze zich hiermee beter in balans voelen en beter slapen.

 

Vraag 2. Als je vraag 1. met “ja” beantwoord hebt, is vraag 2: Menstrueer je nog?

Ja.

Als je nog wel menstrueert, ook al is het niet meer zo regelmatig als vroeger, is het soms lastig om een goed schema te vinden voor hormoonsubstitutie therapie (HST). Dit komt doordat de daling van vrouwelijke hormonen tijdens de overgang vaak grillig verloopt. Dit geldt met name voor oestradiol. Continu oestradiol-gebruik met cyclisch een progestageen erbij (gedurende 12-14 dagen per maand) werkt vaak het beste. Voor een schema dat precies bij jou past, is het belangrijk om, zeker in de eerste maanden na de start van de behandeling, de effecten van het hormoon-schema en -dosering regelmatig met je arts te bespreken en, waar nodig, aan te passen.

Nee.

Als je laatste menstruatie meer dan een jaar geleden was, kun je oestrogenen en progestagenen gelijktijdig gebruiken, dat wil zeggen op dezelfde dagen. Bij conventionele hormoonsubstitutie therapie gaat dit vanzelf omdat beide middelen in één medicijn zitten. In Nederland zijn dat combinaties van oestradiol met óf drosperidon óf norethisteron (beide progesteron-achtige hormonen). Vraag dan wel om de “continu”-versie van die medicijnen, want met de "gewone" versie wordt je wel weer ongesteld. Bij behandeling met lichaamseigen hormonen gebruik je twee losse produkten, één met oestradiol en één met progesteron.

 

Vraag 3. Welke combinatie van oestrogenen en progestagenen moet je dan kiezen? Lichaamseigen of lichaamsvreemd?

Kort iets over de naamgeving: Je hebt vast wel eens over begrippen als "bio-identieke hormonen”, "natuurlijke hormonen" en "synthetische hormonen” gehoord. Een andere keer zal ik aandacht besteden aan de verwarring rondom de naamgeving van vrouwelijke hormonen. Het belangrijkste onderscheid is: Lichaamseigen of lichaamsvreemd. Belangrijk voor de werking en veiligheid van hormonen is of het gebruikte oestradiol en progesteron precies dezelfde molecuulstructuur heeft als het oestradiol en het progesteron dat je lichaam zelf aanmaakt. Die hormonen noemen we "lichaamseigen hormonen", ook als ze in een laboratorium of fabriek zijn gemaakt. Stoffen die een oestrogene werking op het menselijk lichaam uitoefenen maar niet identiek zijn aan een van de lichaamseigen oestrogenen (oestron, oestradiol, estriol) noemen we "lichaamsvreemde oestrogenen". Hiertoe behoren oestrogenen die farmaceutische bedrijven "ontwerpen" in het laboratorium, zoals ethinylestradiol, maar ook de zogenaamde geconjugeerde equine oestrogenen (CEE's) die uit de urine van drachtige merries worden gewonnen. Dezelfde onderverdeling kunnen we voor progestagenen maken: Progesteron is lichaamseigen progesteron. Lichaamsvreemde vormen van progesteron zijn bijvoorbeeld drosperidon, norethisteron, medroxyprogesteron-acetaat (MPA), dydrogesteron, lynestrenol en megrestol. We weten nog niet precies waarom lichaamseigen hormonen veiliger zijn, maar waarschijnlijk heeft het te maken met het feit dat lichaamsvreemde hormonen zich in het lichaam net wat anders gedragen en ook tot andere chemische stoffen worden verwerkt dan de eigen hormonen.

 

Vraag 4. Welke toedieningsweg is de beste?

Lichaamseigen oestradiol bestaat als tablet, pleister, gel en spray. Progesteron als capsule en vaginaaltablet (progesteron-creme bestaat ook, maar zoals eerder uitgelegd wordt dit afgeraden in combinatie met een oestradiol-preparaat.

Het slikken van oestradiol-tabletten (dit geldt overigens ook voor andere oestrogeen-medicatie) heeft niet de voorkeur. Als je oestradiol slikt, komt het via het spijsverteringsstelsel in het bloed en moet dan als eerste langs de lever. De lever breekt een aanzienlijk deel van medicijnen die op deze manier in het lichaam terecht komen, af. Dit heet het "first pass-effect". Het gevolg is dat van het oraal ingenomen oestradiol maar een beperkt deel in het bloed komt. In tegenstelling tot oraal oestradiol heeft de transdermale vorm geen negatief effect op de cholesterol-samenstelling, geen verhoogde stollingsneiging van het bloed en geen verhoging van de ontstekingswaarden. Ook de vaginale toedieningsweg is gunstiger voor de gezondheid dan de orale route.

Progesteron kan wel gewoon geslikt worden, maar ook vaginaal worden gebruikt. Toediening van progesteron, bijvoorbeeld in een creme, via de huid geeft onvoldoende tegenwicht aan de effecten van oestradiol, waardoor deze route voor een combinatie-therapie met oestradiol ongeschikt is.

 

Disclaimer:

De informatie op deze website is met uiterste zorg samengesteld. Desondanks zijn fouten of omissies nooit uit te sluiten. Primelab sluit iedere aansprakelijkheid voor eventuele onjuistheden of onvolledigheden en daaruit voortvloeiende consequenties volledig uit. De verantwoordelijkheid over hoe gebruikers van deze website omgaan met de aangeboden informatie ligt volledig bij de gebruikers zelf. Deze website bevat algemene informatie en is nooit een vervanging van een consult door een gekwalificeerd gezondheidsprofessional. Raadpleeg bij klachten in eerste instantie altijd uw huisarts of specialist.

Indien u op de website fouten en / of ommissies constateert dan stellen wij het op prijs als u deze meldt door een e-mail te sturen aan: primelabdenhaag@gmail.com.

Niets uit deze website mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden via druk, fotokopie, andere websites, databases of op enig andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Primelab.

Alle rechten voorbehouden.

Top